2013: Limoges - Mont-de-Marsan, week 2

02-02-2014

Kaart 5 mei 6 mei 7 mei 8 mei 9 mei 10 mei 11 mei
Zo 5 Mei: Na Périgueux zijn we zaterdagavond in St. Astier beland, een mooi dorpje gelegen langs de nu wild stromende rivier l'Isle en met een camping waar we voor € 11 pp in een riante caravan slapen. De camping is verschrikkelijk goed verzorgd maar er zit nog bijna niemand.
In het dorp was de hele zondag een kunstbeurs met overal schilderijen te koop.

Vannacht slecht geslapen. Met de zware tocht van gisteren heb ik nu wel last van een pijnlijke heup. Daarom vandaag rustig aangedaan, een pilletje tegen de pijn genomen en een beetje rondgewandeld.
Florian, die bij ons in de caravan sliep, is vandaag vertrokken, wij niet. Walter is in Périgueux bij zijn dochter gebleven. Zij willen samen verder lopen en zien wel waar er geslapen wordt.

Ma 6 Mei: Ik verstuur smsje om 18:30: "Mussidan huis bier en 24 km". Kort maar duidelijk.

Di 7 Mei: Ik bel kleinzoon Bob en feliciteer hem met zijn verjaardag.
Het lopen gaat weer goed, de pijn is over. De weg zoeken is echter af en toe een drama. Oorzaak is dat een nieuw bestuurslid in een of andere Franse organisatie met een kasteel niet meer toelaat dat er over sommige landerijen van de route wordt gelopen.

Vandaag geëindigd in Fraisse bij een boerderij met een fraai opgebouwde stal met zwaluwnestjes. Het lopen ging goed en wij zitten nu buiten met een soepje een beetje bij te komen. We hebben eens een uur goed moeten zoeken naar de weg.
's Avonds heerlijk gegeten met rijst, olijven en tonijn als voorgerecht, fricandeau als hoofdgerecht en heerlijk geurende, vers geplukte aardbeien als nagerecht.

Het was ook niet goedkoop, slapen € 15, eten € 10 en ontbijt € 5 pp.

Wo 8 Mei: Vanochtend liepen we al om 8:00 uur buiten en zijn alle heerlijke etensrestjes vergeten mee te nemen.

Het lopen gaat als een trein, alles klopt. Overal bomen, bossen en druivenvelden. Geen mens te bekennen, alleen een oude dame waar we wat water mochten pakken. "Nee, dáár staat de kraan! krijgen we te horen, bang dat zij is dat we misschien naar binnen zouden gaan.

In Monfaucon bij een kerk even gerust en daarna weer verder over een behoorlijk klimmende weg. Zien onderweg hertjes, aardbeienveldjes, picknicken ergens met brood met sardientjes en komen uiteindelijk in de buurt van Sainte-Foi-La-Grande, een wat rommelige stad aan de Dordogne. In de stad zien we een onderkomen "voor pelgrims en daklozen" - en vlooien dachten we meteen - en gaan maar op zoek naar de camping. Om 18:30 stuur ik Dick een smsje: "Zijn in Sainte-Foi-La-Grande, 33 km camp La Bastide".

Ik krijg een compliment terug dat we die 33 km allemaal op een dag gelopen hebben. Stuur terug dat we er wel twee dagen over hebben gedaan (zie 7 mei). "Wat een deceptie!" krijg ik terug.

Camping La Bastide ... "Langs de rivier de Dordogne, tussen Sarlat en Saint Emilion, een kleine, van alle comfort voorziene camping met 40 plaatsen." De camping ligt direct tegen het stadje Ste Foy-la-Grande. De druk bezochte markt is ver in de omgeving bekend. Gezellige, knusse camping, geleid door een Engelse familie, aan de oever van de Dordogne.


Camping La Bastide


Op de camping treffen we een heel vriendelijke campingman waaraan we een slaapplaats vragen. "Kies maar, nummer 4 of 5, u vindt het wel" en gaat verder met waar hij mee bezig was. "Krijgen we ook een sleutel" vragen we nog maar hij is al weg.
Het blijken splinternieuwe huisjes te zijn. We kiezen er een en hebben een huisje met voor ieder van ons een eigen kamer, wat een luxe! We knappen ons wat op, gaan boodschappen doen, kopen een flesje wijn en komen de, nu verbaasde campingbaas weer tegen: hij ziet helemaal geen tentjes! Hij kon er zelf wel een beetje om lachen.

We maken wat lekkers klaar, gebakken tomaat en ui, met de onderweg gekochte biefstuk.


"Kies maar, nr 4 of 5, u vindt het wel"

En dan blijkt dat het kleine pakje boter dat we hebben gekocht, geen boter maar kaas bevat. De volgende morgen moesten we wel wat bijbetalen en hebben we uiteindelijk voor samen € 30 uitstekend gezeten. Het blijkt dat een gemeente in het algemeen slechts 1 onderkomen voor pelgrims heeft en niet ook nog de camping.


Do 9 Mei:
We gaan op weg naar Pellegrue waar we om half een aankomen. Het is doodstil, het regent en nog te vroeg om te stoppen. We besluiten, ondanks de regen, het giet zelfs, door te lopen. Onderweg komen we een Nederlandse vrouw tegen, Trudy, met een wit hoedje, die in St. Ferme heeft geboekt. Zelf hebben we nog niets geregeld.

Ergens onderweg staan we yoghurtjes te eten als een man naar ons toekomt en vraagt of we wat water willen hebben. Zijn vrouw komt naar buiten met koffie en een heerlijke flan met pruimen en vraagt ons mee naar binnen.

Aangekomen in St. Ferme bij het, door twee Belgische dames beheerde onderkomen, zijn er meer wandelaars die of een slaapplaats zoeken of al hadden geboekt. Alleen op zolder is nog een slaapplek. Desnoods slapen we wel in de keuken, opperen we. Gelukkig vallen er wat boekingen af en hoeven we niet op zolder te slapen.
De twee Belgische dames, waarvan een uit Canada, hebben heerlijk voor ons gekookt, kip met olijven en kappertjes. En 's middags hadden we al flan gegeten. We hebben het niet slecht, soms wel een beetje druk met onze kleren wassen, drogen en met het schrijven van het verslag.

Een Fransman die een beetje voor de twee dames zorgt en vertelt waar onder meer goede kippen te krijgen zijn of wat een goede slager is, komt binnen met een grote pot jam en vraagt of we de kerk willen bekijken. We gaan met hem mee en krijgen een rondleiding door de kerk, een prachtige, grote, monumentale maar niet protserige kerk uit de twaalfde eeuw.

Vr 10 Mei: Om 12:00 bericht ik dat we op weg zijn naar La Réole waar de slaapplaats voor vanavond reeds is geregeld.


l'Abbaije Sainte Marie du Rivet

Za 11 Mei Hebben onderdak gevonden in de abdij Sainte Marie du Rivet.